De cirkel is weer rond.

…………………..gastpikirans

Door Radin.

Ik werd geboren tijdens de hittegolf van 1976, zo wit als sneeuw.
Zo wit dat mijn moeder voordurend moest uitleggen dat ik haar zoon was, zoals wanneer ik achter haar in de rij stond bij de kassa van de Spar.
Zo wit dat ik van mijn tante in de VS de bijnaam Kuikentje kreeg. Ik weet niet wat mensen dachten toen ze mij als jochie hand-in-hand zagen lopen met mijn opa die toch al opvallend was met z’n donkere huid en blauwe ogen.
Het doet er eigenlijk ook niet toe.
Wat er wel toe doet is dat ik van jongs af aan al Indo was.
Toevallig ben ik wit, al zijn gemengdbloedigen erg geneigd zich te willen bewijzen.
Denk hierbij maar aan Malcom X, Bob Marley en de vroegere koning van Normandie. En zo zullen er in de geschiedenis wel meer zijn die tot de fanatiekste te rekenen zijn.
Maar was ik donker geweest, dan was ik ook al vanaf mijn geboorte Indo.

Nu zie ik u fronzen. Vanaf de geboorte Indo?
Ja. In tegenstelling tot wat sommige tweede generatie Indo’s denken, ging ik me tijdens de pubertijd niet plotseling als een “typische” derde generatie Indo gedragen. Met ander woorden, als een Indonesier of Hollander.
Vraag me dan ook niet om op bv Indomania (waar ik graag een keer heen wil) te komen zodat ik het vooroordeel met een mooi verhaal kan bevestigen. Dat laat ik liever aan Indo’s over die wel pas laat beseften Indo te zijn, wat trouwens ook best tweede generatie Indo’s zouden kunnen zijn.
Nee ik was Indo bij geboorte. Tijdens de pubertijd begon ik pas te begrijpen wat het inhield.

Was er familie m’n opa en oma, dan werden wij gebeld. Zondag en woensdag waren we aanwezig.
Het eten was er Indisch zoals dat soms thuis was, de verhalen waren er Indisch net zoals de inrichting. En alle edities van Onze Brug en de Moesson werden netjes in dozen bewaard. Mijn oma was actief lid van Stichting Japanse Ereschulden. En mijn eerste herdenking, georganiseerd door Dhr. Sjoerd Lapre, was al op jonge leeftijd.
Er was dus continue aanvoer van Indische cultuur.
Ik heb Het Indische zien veranderen. De schilderijen verdwenen, de familieleden, de typische woordjes.
Het is dan ook jammer dat het woord Indisch zowel slaat op Indie als op Indische-Nederlander. De cultuur van de eerste zal onheroepelijk verdwijnen, terwijl de tweede blijft bestaan.

Blijft bestaan.
Vanaf de pubertijd gaat men op zoek. Zowel Indo als Niet-Indo.
Zo ging ik op zoek. Dat ik me minder thuis voelde tussen Belanda’s die geen familie van me waren was me al duidelijk. Maar waarom?
Het had nog geen naam.
Ja Indo, maar wat was een Indo eigenlijk?
Nou komt mijn oma, mijn opa was inmiddels overleden, uit een gezin waarvan de helft in Indonesie woont.
Als vrijgevochten persoon had haar vader, zonder te collaboreren, voor Indonesie gekozen. Zo waren haar ouders in Indonesie gebleven even als haar jongste broertjes en zusjes.
Mijn oma sprak daarom niet over Indie, maar over INDONESIE.
En het waren vrijwel nooit nostalgische verhalen. Ze sprak over onze voorouders, over de Indonesische cultuur, over haar familie daar.
Maar Indo? Dat is toch een afkorting van Indonesier? En Indische-Nederlander is toch een Indonesische-Nederlander.
Nee daar heb ik haar nooit naar gevraagd.

Ik wist van onze Europese voorouders, iets over de Jappen, maar dat er zoiets bestond als een cultuur die typisch was voor de Indo-Europeaan?
Dus voor zover zijn de vooroordelen terecht, ook ik ging me een halfbloed noemen en noemde de cultuur van mijn opa en oma Indonesisch.
Er is zelfs een tijd geweest dat ik boeken over Sukarno las. Maar de eerste Indonesisch vlag, een sticker,knipte ik door de helft zodat er Indo stond.
Zo worstelde ik me door geschiedenisboeken over Indonesie, door Marjon Bloem, Adriaan van Dis, Yvonne Keuls om vervolgens aan te komen bij het boek Indisch Intermezzo, met een verhaal over Tjalie Robinson.
Het woord Indo kreeg inhoud.

Het zou jaren duren voordat Tjalie weer zou verschijnen.
Inmiddels gaven de boeken van Marjon, Dis en Keuls geen voldoening meer. De zoektocht in hun boeken konden mijn zoektocht niet helpen.
Zo kwam ik op het Internet en niet veel later bij de wetenschappelijke boeken over de Indische Nederlander.
In de periode van Indische Intermezzo had ik al Vincent Mahieu gelezen, zonder te beseffen dat het Tjalie was.
Tjalie kwam weer in beeld tijdens mijn Internet zoektocht en heeft veel invloed gehad in mijn begrip van de Indo-cultuur.
Want het was Tjalie die me heeft uitgelegt dat ik niet hoef te kiezen tussen het zijn van een Indonesier of een Hollander.
Dat ik me niet anders hoef te gedragen dan zoals ik ben en was.
Dat ik een Indo ben. Een Indo-Europeaan van geboorte.
Dat ik mezelf niets hoef aan te leren om een Indo te zijn. Dat er nooit sprake ik geweest van een gestopte toevoer van cultuur. Dat er geen sprake is van een cultuur die geheel is uitgevonden door de derde generatie.

En zo heeft het kunnen gebeuren dat de Indo die ik altijd al was, via een omweg zichzelf weer vond.
En wat is het heerlijk om derde generatie te zijn! Om gewoon met Indonesiers om te gaan, om naar Indonesie te gaan, om te kijken naar voetbal in de kampoeng.
Zonder enige koloniale bijsmaak.
Om zowel Oost als West te kunnen omarmen, om niet te MOETEN kiezen zoals onze voorouder dat moesten.
Om met volle teugen de culturen waaruit wij voortkomen op te snuiven en een plaats te geven.

De cirkel is weer rond.

Dit bericht werd geplaatst in Gast Pikirans. Bookmark de permalink .

5 Responses to De cirkel is weer rond.

  1. Ria Lincklaen schreef:

    Hallo,
    Ik ben een Inogger. Dat zijn Indische en Hollandse mensen die na 1945 zijn geboren en wiens ouders in Nederlandsch Indie de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Een Inogger kan last hebben van psychische problemen of problemen in de relatiesfeer of in het werk waarvan de oorsprong te vinden is in de oorlogstijd van de ouder(s) in Indie. Inoggers kunnen elkaar ontmoeten en erkennen en herkennen in nu nog maar 1 vereniging, vroeger in meerdere. Samen met andere Inoggers willen we 26 september in Bronbeek vieren dat 20 jaar geleden de eerste lotgenotengroep Inoggers ontstond. Ben je of ken je een Inogger die ooit een bijeenkomst van de KJBB INOG, de BINOG of de LV INOG heeft bijgewoond en wil je een uitnodiging voor deze dag, mail dan naar Inog20jaar@live.nl
    Of bel
    040-242 2031/ 0341 418 727.
    Vriendelijke groeten namens de Organisatie 20 jaar INOG
    Ria Lincklaen

  2. U.Dreier Gligoor schreef:

    Ben je het vierde of vijfde kind van indische ouders dan is het mogelijk dat je huid blank is. Dat volgens de Wet van…….

  3. Radin schreef:

    Mijn vader had er zijn eigen begrip voor gevonden: Albindo
    Mischien iets voor een t-shirt van Tempodoelloos??

  4. kamperfoelie schreef:

    een van mijn zonen (28) was bij de geboorte ook zo wit, met licht blauwe ogen. voor de grap zei ik eens (jaren geleden) in de wachtkamer van de dokter, toen ik mensen verbaasd zagen kijken naar zijn broer en zussen en mij: dit is niet echt mijn kind, ik heb hem geadopteerd – waarop er een zei: dat dacht ik al!
    inmiddels is hij wel iets “bij gekleurd”.
    af en toe belt hij me om te vragen hoe je het “indische smaakje” aan een gerecht kunt krijgen want dat schijnt toch wel belangrijk te zijn.

  5. sigeblek schreef:

    Indo wordt door de jonge generatie Indonesiers vanaf 25 jr tot ongeveer 40-45 jaar gebruikt .
    Dat komt omdat de jongeren de zgn bahasa gaul gebruiken en ze weten vaak niet wat het woord Indo betekent voor de oudere generatie .En hebben vaak weinig kennis over hun eigen geschiedenis .
    Of vroeger niet goed opgelet op school.
    De ouderen of jonge ouderen (wink) gebruiken dat niet .
    Omdat ze het woord Indo associeren met de Indische Nederlanders.

Laat een reactie achter op Radin Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *