Marie Louise en de Indische mensen Juni 2008
In het prachtige wooncomplex waar ik sinds kort woon, een verzorgingshuis annex huurappartementen heb ik Marie-Louise ontmoet, een nog mooie vrouw van negentig jaar. Twee jaar geleden is haar man gestorven; toen stopte ze met praten en is sindsdien nooit meer buiten geweest. Gelukkig voor Marie-Louise had ze een aardige buurvrouw, die zich ondanks haar eigen handicap – ze zit in een rolstoel – een beetje over Marie-Louise ontfermde, waardoor deze weer aan het praten raakte.
En zo kon het gebeuren, dat toen ik gisteren voorstelde om lekker in het zonnetje te zitten en naar buiten te gaan het wonder geschiedde: Marie-Louise die zich sinds de dood van haar man niet meer buiten had gewaagd, nam mijn arm en zo wandelden we samen de zon in. Het ontroerde me, het was alsof we voor de eerste keer het Jappenkamp uitwandelden. Marie-Louise liet het trauma van de dood van haar man achter zich.
Over het kamp heeft ze nooit gepraat en wil ze ook met mij niet praten. Bij stukjes en beetjes ben ik erachter gekomen dat ze nu niet bepaald een makkelijk leven heeft gehad. Als jong Indisch meisje van negentien leerde ze haar man kennen. Ze trouwden vlak voor de oorlog. vertrokken naar het voormalige Nederlands-Indi en werden evenals alle andere Nederlanders en Indische Nederlanders genterneerd. Hij in een militair kamp in Borneo Zij nog geen 21 jaar met haar baby van nog geen jaar in een kamp op Midden-Java. Een jonge vrouw met een baby in een concentratiekamp, een wonder dat ze eruit is gekomen!
Na de oorlog vond haar man haar terug. Zij bleven nog enkele jaren in Indonesi, maar in 1959 ze had inmiddels drie kinderen vond haar man het beter dat ze naar Holland emigreerde. en vertrok ze met haar drie kinderen naar Nederland. Haar man bleef achter, hij was de rechterhand van generaal Spoor.
Door mijn ontmoeting met Marie-Louise en ook een interview wat mij deze week werd afgenomen door een zeer intelligente Nederlands-Chinees-Indische jonge vrouw die met anderen een boek aan het schrijven is over de Indische Nederlanders die in Twente zijn neergestreken na hun repatriring naar Nederland en de discussie over identiteit, die in Nederland woedt ben ik gaan nadenken over het vraagstuk van de identiteit, die zovelen in zijn greep heeft..Ook vraag ik me af hoe het komt dat de derde generatie van Indische Nederlanders zo bezig is met haar Indische wortels en het verleden van ouders en grootouders.
We leven in een tijd waarin alles verandert, mensen, continenten, alles verschuift, mensen emigreren en re-emigreren. Ook persoonlijke omstandigheden veranderen. Vroeger had je n baan, n pensioen, tegenwoordig vragen ze zich af of ze wel een pensioen zullen hebben omdat ze voortdurend van baan wisselen. Of geen baan kunnen krijgen. Ook in gezinnen is het een en ander veranderd. Twee moeders, twee vaders, broertjes en zusjes van de stiefvader, stiefmoeder.
De wereld waarin we nu leven, zo laat de televisie ons zien, zit ook vol agressie en ongeduld; men vliegt van de ene activiteit naar de andere en voor reflectie is weinig tijd
Als je midden in een omwenteling bent verzeild geraakt denk je er niet zo over na. Maar dat onze kinderen en kleinkinderen willen weten hoe wij deze revolutie in ons bestaan hebben ervaren is natuurlijk ook heel begrijpelijk. Ook nu vinden net als voor ons toen, in onze samenleving ten gevolge van de globalisatie grote veranderingen plaats. Bovendien leven we in turbulente tijden en dan kun je misschien ook nog leren van het verleden de oorlog en volksverhuizing die jouw Opa en Oma moesten doorstaan.
Erkenning dus, maar de vraag is: kunnen wij de overheid van nu, dus ook de derde generatie overheid, verantwoordelijk stellen voor alles wat ons toen is overkomen? Kunnen zij ons die Erkenning geven?
In de hele koloniale periode, niet alleen in onze kolonies, maar ook in die van andere landen, leefde de stille overtuiging : white is beautiful, blank helpt ons vooruit. Technologisch en economisch inzicht, cultuur, werk-ethos, organiseren, scheppen en bouwen De blanken hebben het gedaan en bewezen dat ze het kunnen.. Het hoorde bij hun identiteit. Dus als je Indisch was, dan koos je voor de blanke identiteit. En niet voor de Indonesische. Dus eigenlijk hadden we geen andere keus dan naar Nederland te emigreren. Wij hadden en wilden en konden ons niet inleven in de Indonesische cultuur, hun identiteit was immers niet de onze toch ?
En we wilden toen zeker niet deelnemen aan hun maatschappij laat staan het land opbouwen.
Erkenning ja, maar kun je een ander de schuld geven van onze gedwongen exodus? Ik vind van niet. De wereld verandert constant, evolueert , mensen veranderen. De slavernij, emancipatie van de vrouw, van de arbeiders , enz vandaag de dag zijn we bijna vergeten, dat daar een harde strijd om is gestreden.
Religies veranderen door mensen, maar ook veranderen religies mensen. Culturen veranderen mensen, maar mensen veranderen ook culturen.
Religies, ethniciteit, nationaliteit, ras, zijn fundamentele identiteits factoren, die kunnen dienen een goede sociale cohesie te scheppen of leiden tot sociale conflicten.
En als ik een prachtig gezongen Ave Maria hoor zingen, dan raakt dat mijn hart en ziel, dat is dan mijn katholieke identiteit. En als ik terugkeer naar Twente, het land van mijn man en het geboorteland van mijn kinderen en Twents hoor praten en de bossen zie dan wordt mijn hart warm: dat is dan mijn Twentse identiteit. Zo heb ik verschillende identiteiten, die mij maken wie ik ben.
Het is soms met onze identiteit best gecompliceerd. Denk aan een gezin, twee zonen, twee broers. De een is Moslim, de andere broer Christen. Qua land dezelfde identiteit, wat hun religie betreft een andere identiteit..
.
Wassenaar 8-6-08























































Please delete this message….
Wat ontzettend veel meegemaakt zeg…Hier alles goed. Ook met bas!
Groet Helga en een pootje en knuffel van Bas.