Moesson september

moessonsept2014Deze maand in Moesson
Koffers pakken en naar Bali: Priscilla en Evelien deden het | Lekker lezen: de nieuwe roman Liefde in oorlogstijd | De waarheid bestaat niet: Pamela Pattynama over Bitterzoet Indië | Wie durft? De échte nasi goreng babat van Restaurant Dewata | Een nieuw toneelstuk van Eric Schneider
En verder: Indische jongen Arthur Knaap in WOI, de Indische schoolfoto van Joyce Gallert, Frans Leidelmeijer over een herontdekt beeld van Wolff Schoemaker, afscheid van columniste Esther Scheldwacht. En natuurlijk weer lekker veel weggeefacties!
Krijg de bekroonde dvd Buitenkampers cadeau bij een jaarabonnement!

Nieuwsgierig? Klik op de cover en blader door een aantal pagina’s.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

39 reacties op Moesson september

  1. ellen zegt:

    http://www.wereldmuseum.nl/nl/tentoonstellingen/goud-der-goden.html

    Als u deze tentoonstelling heeft gezien (Goud der goden, Wereldmuseum, Rotterdam, vanaf 2 oktober 2014 tot ergens medio 2015) over de hoge cultuur van de Javaanse vorsten, dan begrijpt u dat het voor een kleine boeng niet eenvoudig is zich te dringen in deze gesloten gemeenschap van de kraton en hofcultuur. Vol adat, mystiek, en godendom.
    Ik heb vanmorgen deze tentoonstelling bezocht. Prachtig. Aan te bevelen.

    • Pierre de la Croix zegt:

      De Boeng moest natuurlijk niet al te klein zijn. Maar stel je was een middenklasse Boeng, helemaal niet hoog maar commies of zo, en je was licht van kleur, bij voorkeur echte totok, dan viel er misschien wat te oeroesen. Prinsessen genoeg in de Kraton.

      Zijn er überhaupt gegevens over huwelijken van adellijke meisjes uit de kratons met blanke of bijna blanke toeans in NOI?

      Pak Pierre

  2. Anoniem zegt:

    Sorry dat ik het zeg er zijn wel degelijk Indo”’s die weten waar ze hen roots vandaan hebben,met name hen Kraton verleden(Javaanse Adel)enz.
    Niet alles over een kam scheren.aub.
    Waarheid.

    • Pierre de la Croix zegt:

      Over één kam scheren?

      Lees dan nog maar goed o.m. mijn reactie van 12 september 2014 2258 uur, 1ste alinea en daarin vooral de laatste zin.

      Pak Pierre

  3. ellen zegt:

    Heren, dank voor uw bewaarsuggesties. Mijn boekje wordt reeds verspreid in Belgie, dat wil zeggen in het Vlaamse gedeelte. De inspirator van het boekje is een Vlaming uit Gent, een huisvriend van vroeger. Hij is maatschappelijk werker, en vond dat de Vlamingen helemaal niets afwisten van de Indische geschiedenis. Omdat mijn stamvader een Vlaming is. die via het Koloniaal Werfdepot en de VOC uit het verarmde Vlaanderen van de 19e eeuw naar de Oost trok, vond hij het verhaal interessant genoeg om door te geven aan vrienden en bekenden. Daartoe heeft hij aan mij de digitale versie van het boekje opgevraagd. Heb ik toch iets (van erfgoed?) achtergelaten. Ach, het is toch leuk en uniek, net als het dagboek van uw overgrootmoeder, heer Pierre.

  4. ellen zegt:

    Heer Pak Pierre. Met revival wordt – althans door mij – gedacht aan het geschreven, en door de multimedia vastgelegde gedachtengoed (b,v, in de vorm van boeken, proefschriften, onderzoeken, documentaires, films, websites etc.). Inderdaad wordt er aan mondelinge overlevering tussen de generaties minder gedaan. Ik heb mijn familiegeschiedenis (men zegt dat de Indische geschiedenis vooral een familiegeschiedenis is) daarom neergezet in een geschreven kroniekje, geillustreerd met oude familiefoto’s uit Indie. Dit boekje heb ik in beperkte oplage uitgegeven en uitgedeeld aan de naaste familie. Want ik had ook het idee, dat mijn verhalen het ene oor ingingen, en het andere oor uit. Op dat boekje kwamen gelukkig wel enthousiaste kritieken los. Niemand had gedacht dat de geschiedenis van Indie zo boeiend en divers kon zijn. Maar wat de latere generatie daarmee gaat doen, zal mij niet bekend worden. Waarschijnlijk geraakt het boekje ergens weggestopt in de boekenkast, of boven in een stoffige kist op zolder.

    • Boeroeng zegt:

      Schenk exemplaren van het boekje aan IHCB, SIFA, IWI
      Of een deel van het boekje op het internet zetten ( privacy van de levende mensen wel afwegen )
      http://indischherinneringscentrum.nl/
      http://www.indischfamiliearchief.nl/
      http://www.iwicollectie.nl/welkom_iwi.aspx
      ————–

      Internet is al een flinke opleving van het communicatiegebeuren. Dus ook meer aandacht en snel bij de hand voor Indië en Indisch.

    • Pierre de la Croix zegt:

      Ach ja waarde Ellen,

      Een heel ander chapiter, waar Indië slechts zijdelings, als reisdoel, bij betrokken is.

      Van moeder’s zijde stam ik uit een zeemansgeslacht uit het Duitse Emden. Mijn overgrootvader Ulrich Bonjer was kapitein, zijn zoon Jakob Ulrich, mijn opa, werd het ook en later havenmeester in NOI.

      Nu bezit ik een dagboek van mijn overgrootmoeder uit 1867, waarin zij haar zeereis beschrijft per zeilschip van Amsterdam naar Batavia, als kapiteinsvrouw. Ik koester het handgeschreven document en lees er nog wel eens in.

      Wie weet zullen ook uw kindskinderen u eens heel dankbaar zijn dat u uw boekje hebt geschreven!

      Pak Pierre

  5. ellen zegt:

    Heer Pak Pierre. U heeft een en ander mooi en wijs neergezet. En niet slecht geanalyseerd.
    Ik weet niet of u weleens een kijkje neemt op de website van de derde generatie, Indisch3.0. Daar wordt b.v. medewerking gevraagd van Indische lezers om mee te doen aan een project van Gwen Kerkhof Mogot. Zij is bezig met onderzoeksmaster Comparitive Literary Studies aan de Universiteit Utrecht. Zij zoekt lezers van de boeken Asta’s ogen (Eveline Stoel) en Een meisje van honderd (Marion Bloem). Gwen schrijft: “Mijn scriptie gaat over cultural memory (collectief geheugen) van tweede en derde generatie Indo. Met het oog op collectief geheugen onderzoek ik twee romans die als plaatsen van herinnering gezien kunnen worden. De romans die ik gebruik zijn als het ware een soort monumenten. Belangrijk voor mijn scriptie is hoe de romans bij de lezer ontvangen worden. Hiervoor ben ik op zoek naar uitgebreide reacties van tweede en derde generatie Indo’s. ” Er staat tot nu toe maar 1 reactie op (van de heer R. Geenen). Daarom heb ik ook gereageerd, maar dan via haar persoonlijke email-adres. Misschien zijn er meer lezers die een bijdrage willen leveren aan een wetenschappelijk onderzoek over de verschillende generaties Indo’s en wat hen bezighoudt.
    Ik heb mij ook altijd afgevraagd, waarom er de laatste tijd zoveel over Indie wordt geschreven. Er is een soort van grote opleving gaande. Toch wel interessant, en misschien toch niet onbelangrijk voor ons (latere) Indische erfgoed, wat het ook moge zijn.

    • Pierre de la Croix zegt:

      @ Waarde Ellen:

      Om met het laatste van uw reactie te beginnen. Als u een “revival” bespeurt, dan is mijn eerste hamvraag (Ik heb vroeger ook een beetje aan statistiek gedaan) of de waarneming representatief is voor de hele 2de en 3de en misschien nu zelfs 4de generatie volwassen Indo’s in NL. Ikzelf merk er in eigen (brede) kring weinig van. Ik moet zelfs oppassen dat ik te midden van de jongkies niet de risee van de avond word met mijn verhalen. Gelukkig waakt mijn vrouw over mij; ze sleurt mij van mijn stokpaardje als ze merkt dat het nodig is.

      Zo er dan toch sprake is van een opleving, dan mogelijk bij de 3de en verdere generaties. Niet de 2de generatie die bosen is (“genoeg heeft”) van het gezeur aan hun kop over Indië van ouders, grootouders, ooms en tantes, toen zij opgroeide.

      Ik heb al eerder kennis genomen van het door u genoemde project. Probleem is, dat ik de verplichte lectuur “Asta’s ogen” en “Een meisje van 100” die de onderzoekster als referentiekader gebruikt, niet tot mij heb genomen. Het eerste boek van Marion Bloem, “Geen gewoon Indisch meisje” boeide mij helemaal niet en heb ik gauw terzijde gelegd. Mijn fout is dat ik dan mijn schaarse tijd niet aan een ander boek van dezelfde schrijfster besteed. Mijn Duitse vrouw heeft “Asta’s ogen” verslonden, maar zij zei dat voor haar veel “oude koek” was, gegeven haar (door huwelijk) intensieve (45 jaar) onderdompeling in het Indische van de 1ste generatie. Hoe het ook zij ….. ik ben niet gekwalificeerd in het licht van de criteria van de onderzoekster en heb me dus niet opgegeven. Ervaringsdeskundige, maar niet de juiste boeken gelezen.

      Leuk met u van gedachten te wisselen. Waarom melden zich niet meer vrouwen op I4E? .

      Pak Pierre

      • Surya Atmadja zegt:

        Pierre de la Croix zegt:
        13 september 2014 om 12:01
        Het eerste boek van Marion Bloem, “Geen gewoon Indisch meisje” boeide mij helemaal niet en heb ik gauw terzijde gelegd.
        ———————————————————————
        Saya juga .
        Duidelijk geschreven door een 2de generatie die verhalen over tempo doeloe in haar boekje verwerkt.

        Weet wel dat (ma’af als ik me vergis heb) dat ze ergens schreef over het pedis (?) zijn van Indische meisjes. Dat kan ik me niet beamen of ontkennen , heb geen ervaring .

      • Pierre de la Croix zegt:

        Tja Pak Soeria, u had meer moeten itjip-itjip froeherrr, toen het nog kon.

        Pak Pierre

  6. ellen zegt:

    Heren Pak Pierre en Pak S.A. Heerlijk, dat u beiden andere ervaringen hebt in de contacten met de Indische generaties. Waarom ik dat niet heb, weet ik niet. De verhalen tijdens familiebezoeken gingen vooral over humoristische anekdotes gedurende de oorlog, jachtverhalen (mijn vader jaagde veel) en dies meer. De verhalen waren inderdaad onderling. Maar tegenover de kinderen werd weinig verteld. In mijn jonge jaren hoorde ik op kantoor van mijn – veel oudere – Indische vrouwelijke collega’s ook niet veel. Die Indische collega’s kwamen wel uit Indie, maar zij gaven aan geen enkel druppel Indisch bloed te hebben. Hun donkere uiterlijk kwam door het Italiaanse of Portugese bloed. Alleen een andere oudere Indische vrouwelijke collega uit de eerste generatie vertelde mij mooie ware verhalen uit de tijd dat zij met haar echtgenoot woonde op de Molukken, Haar echtgenoot, een indoloog, werkte er als bestuursambtenaar. In mijn contacten met de tweede generatie, waartoe ik ook behoorde, gaf een enkeling wel toe Indisch bloed te hebben, maar dat was afkomstig van een prinses uit de kraton. Toevallig kwam ik op deze website het verhaal tegen van de Indonesische vorstenhuizen (25/2/2014). Tijdens het lezen van de verhalen steeg mijn verbazing. Laat ik en mijn vriend (thans al meer dan veertig jaar mijn echtgenoot) een aantal jaren bevriend te zijn geweest met de oudste zoon van Tina Tekaka, de dochter van de radja van Kendari. Tina was getrouwd met ene Indische kolonel Bisschop. Zij hadden drie kinderen en met hun oudste zoon Hans Bisschop zijn wij vroeger dik bevriend geweest. Hans studeerde in die tijd farmacie aan de Universiteit van Leiden. Wij hebben nooit geweten, dat zijn moeder een echte prinses was. Daar sprak hij nooit over. Later werd Hans docent natuurwetenschappen aan het Alfrink College te Zoetermeer. Onze jongste zoon die op het Atheneum zat, heeft hem als zijn leraar gehad. Wat is de wereld toch klein op zo’n website. Maar wij hadden – als tweede generatie – nauwelijks verhalen met elkaar over ons Indische verleden.

    • Pierre de la Croix zegt:

      Tja Ellen …… uw getuigenis komt mij niet vreemd voor. Ik heb ze ook gekend, de Indo’s die geen Indo wilden zijn, “al stond hun smoel krom van het tempé vreten”, zoals mijn goede vader placht te zeggen. En ik heb gehoord over de Indo’s, die wel – soms schoorvoetend – erkenden “inlands bloed” in zich te hebben, maar dan toch van een prinses uit de kraton, wat in onze kringen sarcastisch werd vertaald in “ja, mijn moeder komt uit de croton” (voor de niet botanisch onderlegde lezertjes: “croton” is een plant, Nederlandse naam “heliotroop” of “kreeftsbloem”). En inderdaad, er bestond ware adel die het niet nodig vond zichzelf op te blazen.

      We hebben dus op basis van gedragspatroon gezamenlijk (Pak Surya, u en ik) al 3 soorten 1ste generatie Indo’s geïdentificeerd, (1) de openhartige praters (en niet te vergeten schrijvers) over het leven in Tempo Doeloe, zeg tot 7 december 1941, toen alles anders werd (2) de zwijgers, (3) de mensen die een schone schijn ophielden.

      Persoonlijk ben ik van mening dat er toch meer dan voldoende representanten van groep 1 zijn geweest (en nu nog aanwezig, zij het zeer mondjesmaat) voor een adequate cultuuroverdracht.

      Maar … “it takes two to tango” zegt mijn wijze Zen Meester. Als er voldoende zenders zijn maar weinig goede ontvangers, dan valt de hele overdracht van informatie toch in de bruine kali en blijft – in onderhavig geval – weinig van de Indische cultuur over dan het eten, de Pasar Malems en natuurlijk de onvermijdelijke dansa-dansa, alhoewel de ware danseurs in smetteloos wit met vlinderdasje op witte ketsschoenen natuurlijk ook met een lantaarntje zijn te zoeken.

      “Niets is voor eeuwig” zei de laatste dinosaurus ……

      Pak Pierre

  7. bo keller zegt:

    Pak van den Broek,
    Daar heeft U volkomen gelijk in ,maar als ex-Knil is naar mijn mening ook een
    soldaten verhaal bij ,voor sommigen vanuit Harderwijk.
    En si aku ini ziet het van toen Indië, uit zijn soldaten ogen.
    De strakke discipline – tangsé leven – de constante patrouilles
    de feestdagen en traditie van de Indonesische volkeren.
    siBo

    • Pierre de la Croix zegt:

      …. en een soldatenhart,
      is niet van steen …. *

      Pak Pierre

      * Citaat uit:

      “Ik sta op wacht ….. zonder hemd, zonder broek
      ” en denk aan jou ….. ” ” ” “

      • bo keller zegt:

        Loop je s’avonds te bioscopen, kassian.
        Zie je alle rassen lopen, kassian
        Dames die hun neus optrekken
        als ze een koloniaal ontdekken
        In de Oost is niets gedaan, oh kassian
        oh kassian, oh kassian
        In de Oost is niks gedaan, oh kassian
        siBo

  8. Peter van den Broek zegt:

    Oeps het was een combinatie van luctor et emergo en je maintiendrai …..Qua patet orbis. Met al die Gymnasiasten op de blog mag er ook inhoudelijk en op niveau ingegaan worden op het artikel van Mevr. Pattynama… een spreuk is maar een spreuk en zegt niets over de definitie van Indisch/Indo laat staan dat dat definitief is.

    Haar opmerking …. ik geloof niet in één VERHAAL. Ik geloof niet dat het verhaal van de EERSTE generatie HET Indische verhaal is……mag de ervaringsdeskundigen toch aanspreken. Dat is toch geen potjeslatijn..

    • Surya Atmadja zegt:

      “Ik geloof niet dat het verhaal van de EERSTE generatie HET Indische verhaal is……”
      ==========================================================
      Ma’af , duizend keren ma’af.
      Juist het verhaal van de EERSTE generatie (de eerste groep mensen die uit Nederlands Oost Indie migreerden naar “patria”) is HET Indische verhaal.
      Het is ook logisch omdat minimaal 70% of 80% van de “gereparieerden”Indische Nederlanders waren.
      Zonder hun verhaal volgens velen een min of meer “geruisloze” samensmelting met de autochtone bevolking van Nederland heb je geen Indische culturele erfenis , zoals Pasar Malam Besar /Ketjil , geen Indische Rijsttafel , krontjong, pukulan/pentjak silat etc.

      • Pierre de la Croix zegt:

        Nu hoort (ziet) een iegelijk het eens van een ander, een Beobachter van buiten.

        Ik vind overigens dat het verhaal van de generatie anderhalf of satoesetengah natuurlijk ook nog mag worden gehoord (en gezien), want niet voor niets de “bruggeneratie” met één blote poot in de sawah en de andere in de polder.

        Semper Tempo Doeloe.

        Pak Pierre

        Pak Pierre

      • ellen zegt:

        Maar de eerste generatie vertelde juist weinig tot NIETS. Het cliche van het Indische zwijgen komt van hen. De tweede (en derde) generatie moest die verhalen uit hen trekken. De eerste generatie Indo’s die ik ken, was – als ze al iets erover zeiden – heel verdeeld over hun verleden. Dat geldt ook min of meer voor de tweede generatie. Niet iedereen keek in nostalgie om. Ik ken er die nooit meer terug willen/wilden – ook niet met vakantie – naar hun geboorteland.

        http://www.boekenbank.be/boekenbank-web/boekenbank/public/title/detail/content;jsessionid=18vtnbw6z3gf0?id=8847357&fileType=EXCERPT

        Dit is de tekst van het woord vooraf van het boek Bitterzoet Indie van Pamela Pattynama. Naast de treffende titel van het boek, toont het boek ook mooie (uitvergrote) (familie)foto’s uit Indie.
        – “Nederlands-Indië is voorbij, maar we zijn nog lang niet klaar met tempo doeloe. Daarvan getuigt de gestage stroom van verhalen, beelden en herinneringen die na het verlies van de kolonie op gang is gekomen en nooit meer is opgehouden.” Van oudsher kwamen Nederlanders via geschreven teksten in contact met hun overzeese gebiedsdelen. Sinds het einde van de jaren zestig worden herinneringen aan Indie steeds vaker in visuele vormen overgeleverd. Meer dan over het verleden vertellen deze voorstellingen, films, strips, musicals en fotoboeken ons iets over onze eigen tijd en over de huidige omgang met het koloniale verleden. Soms getuigen zij van een kritische blik, maar vaak zijn zij doordrenkt van nostalgie. Bitterzoet Indie beschrijft deze visuele overleveringen en welke invloed zij hebben op identiteit en thuisgevoel. Bitterzoet Indie beschrijft de manier waarop Nederlands-Indië TOEN verbeeld werd, en hoe die beelden NU onze herinneringen en onze beeldvorming beïnvloeden. –

      • Pierre de la Croix zegt:

        ellen zegt 10 september 2014 om 18:46 onder meer:

        “Maar de eerste generatie vertelde juist weinig tot NIETS. Het cliche van het Indische zwijgen komt van hen. De tweede (en derde) generatie moest die verhalen uit hen trekken”.

        Daar ben ik het toch niet mee eens. Die eerste generatie vertelde juist heel veel en heel graag, vooral “onder elkaar”. De generaties anderhalf, twee en zo verder zouden daar veel aan kunnen hebben gehad, als ze goed hadden geluisterd en vooral ook, gevraagd. Maar, zo is althans mijn ervaring, ze toonden niet altijd, of altijd geen, belangstelling. Zij luisterden niet en zeiden “ach, dat gezeur altijd over Indië”. Die generaties waren volop bezig met HUN eigen leven, in HUN omgeving, die lichtjaren afstond van Indië. Geef ze eens ongelijk, maar goed, daar hebben we het nu niet over.

        Waar die eerste generatie heel zuinig mee omging waren hun ervaringen uit de oorlog, de bersiap en de rottijd erna, die hen noopte te vertrekken. Valt te begrijpen. In die tijd(en) heeft die eerste generatie enorme psychische klappen opgelopen. Oorlog, geweld, moord, doodslag, plundering, gebrek, angst, onzekerheid, verlies van dierbaren, vernedering. Last but not least de VERNEDERING. Als je tot in het diepst van je ziel bent vernederd, dan praat je er niet zo gemakkelijk over. Liefst helemaal niet.

        Maar over die tijd dat hun wereld nog “heel” was, hun Indische wereld, daar hebben ze veel over gepraat. Dat is tenminste mijn ervaring en ik heb heel veel van die 1ste generatie gehoord, gezien en zelf gesproken. Mensen uit alle lagen van de Indische gemeenschap uit Tempo Doeloe.

        Om die verhalen gaat het toch, als we het hebben over “cultuuroverdracht”. Niet om de niet vertelde ervaringen uit een relatief kort tijdvak, een overgangsperiode naar een andere tijd. Gelukkig niet representatief voor Tempo Doeloe.

        Pak Pierre

      • Surya Atmadja zegt:

        ellen zegt:
        10 september 2014 om 18:46
        Maar de eerste generatie vertelde juist weinig tot NIETS.
        Het cliche van het Indische zwijgen komt van hen.
        ===============================================
        Dat ben ik niet eens.
        Ik ben 2 jaren in de kost geweest bij een oude Indo(met een Duitse naam).
        Veel van zijn vrienden komen vaak bij hem.
        In totaal verblijf ik bijna 6/7 tussen de Indo’s, de 1ste gen, 1,5 generatie en de 2de generatie.
        Er werd behoorlijk verteld( geroddeld) over froeher , overhun ervaringen etc.
        Heleboel sterke verhalen.
        Met veel pisang goreng en kopi tubruk.

        Geef toe dat het niet over hun bersiap periode , de buitenkampperiode ( terwijl de meeste Indo’s toen in de buitenkamp leven) ging.
        Het is toch menselijk dat je niet over pijnlijke zaken wil praten of door vertellen aan je anak of cucu ?
        Je gaat toch niet uitgebreid vertellen aan je kleine kinderen hoe moilijk je het in NOI had ?
        De angst, de rampokken, de vernederingen etc ?

        En laten we eerlijk zijn , de 2de generatie die hier geboren waren!! weten ook niet hoe hun ouders of oudere broers/zusters geleden hadden in N.O.I
        Dat gebeurt pas toen de verhalen later tot de buitenwereld doordrong , beetje bij beetje .

  9. Huib zegt:

    Of Egidius wo bist du blieven?
    Semper Fidelis is ook toepasselijk.
    Huib

  10. Peter van den Broek zegt:

    Opmerkelijk in het artikel is dat er geen verwijzing wordt gemaakt naar het gemengde, gemengdbloedige danwel halfbloedige of zulksoortige deprimerende termen, wat in afgelopen discussies oeverloos over gepraat wordt, door welke generatie danook. Dat is een kunststukje op zich, Ook naar hoeveel % iemand niet-Indisch is wordt niet verwezen en dat is een verademing. Laat staan dat er gepraat wordt over eten behalve dat Mevr. Pattynama veel koekjes aanbiedt of is dat een metataal om over eten te communiceren?

    Een verwijzing naar VOOROUDERS en INDIE dient in elke definitie voor te komen, want waar komen we anders dan vandaan. Samen met die VERHALEN komt dan een mooie en sluitende definitie naar boven drijven, ik worstel en kom boven …zo wijd de wereld strekt ( Je maintiendrai. … Qua patet orbis). een mooie slagzin voor het Indisch-zijn Op deze manieren worden velen die een claim leggen op het Indisch danwel indo-zijn buiten geslotenen dat dienen we zo te houden. Het clubje van Indischen/Indo’s dient wel exclusief te zijn, dat heeft niets met omgekeerde discriminatie te maken, maar meer met duidelijke identificatie.

    Voor Nederlanders die wat jeugdjaren in Indie/Indonesie hebben beleefd danwel zij die uit gemengde huwelijken voortkomen, danwel zij die zich indo voelen, kan de titel Titulaire Indo (TI) ingevoerd worden met bijschrijving in het paspoort

    • Pierre de la Croix zegt:

      Ik wil uw bespiegelingen niet verstoren hoor (wie ben ik tenslotte), maar als u voor “de Indischen” een slagzin voor het Indisch-zijn bedenkt en (voor het cachet?) vertaalt in Frans-Latijn, dan moge ik toch wel opmerken dat “Je maintiendrai” niet staat voor “ik worstel en kom boven”.

      Hoewel – ik geef het toe – men al handhavende wel eens moet worstelen om boven te komen.

      De Zeeuwen en Zeeuwse Alfoeren weten wel hoe het zit.

      Pak Pierre

  11. Peter van den Broek zegt:

    Ik haal het interview in Moesson met Pamela Pattynama aan. Het interview heeft als brandende titel “Herinneringen zijn nooit helemaal van jezelf alleen”
    ik citeer:
    ….We moeten ons realiseren dat er niet EEN INDISCH VERHAAL is. Voor verschillende generaties verschilt dat verhaal van Indie. Want iedereen wil iets anders met dat verhaal zeggen. Er bestaan verschillende groepen herinneraars die nadenken over Indie en die hebben daar allemaal BELANG bij en een DOEL mee……..
    …. ik geloof niet in één VERHAAL. Ik geloof niet dat het verhaal van de EERSTE generatie HET Indische verhaal is……
    … Hoe denken we over Indie, wat voor beelden hebben we daarbij en hoe verandert dat beeld? En hoe verhouden de verschillende beelden tot elkaar?

    ….Maar er zijn TWEE dingen die we GEMEENSCHAPPELIJK hebben: ten eerste de herkomst natuurlijk: onze voorouders komen uit Indie en verder hebben we het erfgoed aan verhalen….

    Wat het laatste betreft geeft ze aan wat ons bindt dus wat de DEFINITIE van onszelf als Indo/Indische is. Tevens geeft zij aan dat de verhalen ons erfgoed zijn dus ONZE GESCHIEDENIS.

    Daargelaten dat ze toch enkele brisante opmerkingen maakt, die om antwoord vragen

    • Jos H Crawfurd zegt:

      Heer van den Broek,dat probeer ik op m’n manier altijd te laten weten.
      Helaas je wordt dan weer teruggefloten door deze of Gene.
      Om die om die reden luister ik in de Bintang naar Hoogleraar Mevrouw P.Pattynama;jammer dat ze er mee stopt,of heb ik het verkeerd begrepen.
      Mvg Jos H Crawfurd

      • Pierre de la Croix zegt:

        De Ware Profeten worden altijd verguisd, Pak Crawfurd.

        Ze mogen al blij zijn dat ze niet de martelarendood sterven.

        Pak Pierre

Laat een reactie achter op Jan A. Somers Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.